Schokland was ooit een kleine maar productieve gemeenschap met verschillende geloven en – vanaf de twaalfde eeuw – huisjes op terpen. Deze terpen moesten de bewoners beschermen tegen het vaak zeer wilde water van de Zuiderzee. Op last van de toenmalige Koning Willem III zou Schokland in 1859 verlaten moeten worden. Het water sloeg zo woest toe dat het inmiddels tot eiland gereduceerde Schokland dreigde weg te vagen. Er zijn dan nog ongeveer 600 oorspronkelijke bewoners over, die naar het vaste land moeten uitwijken. Er is veel bewaard gebleven uit die roerige tijden en Schokland staat daarom op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het is nu een museum met informatie over het vroegere leven en de specifieke gemeenschap op Schokland. Deze gemeenschap bestond uit meerdere buurtschappen en twee groepen geloofsaanhangers.
Voorafgaand aan de ‘fatale’ storm heeft Schokland al vaak moeilijke tijden gekend. De landbouw, rondom de terpen, verliep steeds moeilijker door het zeewater dat regelmatig de landerijen onder water zette. Bij zware stormen zorgde dat ook voor forse landafslag. Dit zet zich met name door in de 17e eeuw. Vanaf toen gingen de bewoners zich meer bezig houden met visserij, omdat de landbouw te moeilijk werd. Er werd ook handel gedreven met de toen nog actieve scheepvaart. Dat moest ook wel, want steeds vaker eiste het water veengrond op. Hierdoor veranderde het schiereiland Schokland uiteindelijk zelfs in een eiland. Nadat de laatste bevolkingsgroep het eiland noodgedwongen had verlaten werd Schokland in 1942 een eiland op het droge. De reden hiervoor was de inpoldering van de Noordoostpolder.
Ondanks de evacuatie bleven er nog wel enkele mensen op het eiland achter. Dit was vanwege de nodige kustverdediging, het bemannen van de vuurtoren en bovendien werd er nog gehandeld in de haven. De vele stormen en overstromingen waren bepaald niet de enige rampzalige gebeurtenissen die het eiland overkwamen. In 1728 was er een grote brand die het buurtschap Emmeloord aan de noordkant van het eiland wegvaagde. Voorts woekerde paalworm in de wering rondom het eiland, die daar snel aan onderdoor ging.
Naast Emmeloord werden ook de andere buurtschappen Middelbuurt, Zuidpunt en Zuidert niet gespaard als het om rampen ging. Zo brandde de Zuidpunt in 1749 af en Zuidert in 1775.
Schokland: wat bewaard is gebleven
Al sinds 1947 bestaat het museum Schokland. Het bestaat uit een aantal gerestaureerde gebouwen, waaronder de historische kerk uit 1834. In deze gebouwen zijn veel interessante objecten uit vervlogen tijden te zien. Als symbool van de strijd tegen water door Nederlanders is het eiland in 1995 door Unesco aangewezen als Werelderfgoed. Waar het optrekkende en vaak woeste water voor problemen zorgde in het verleden, is het probleem na de drooglegging omgekeerd. Door het ontbreken van water droogde grond en achtergebleven ‘schatten’ in de bodem uit. In 2003 kwam men met het plan om de stand van het grondwaterpeil te verhogen. Dit om de verdroging en bodemdaling tegen te gaan.
Naast de diverse objecten van historische waarde is er ook het nodige natuurschoon te zien. Zoals het Schokkerbos, met diverse soorten bijzondere mossen, varens en zeldzame paddestoelen. Hier vindt je ook een Gesteentetuin, met grote keien die ooit uit Scandinavië naar hier zijn geschoven door kruipend landijs. In het bos zijn naast de bijzondere planten ook vele verschillende roofvogels en zangvogels te spotten. Maar vergeet niet om het prachtige landschap met z’n indrukwekkende historie van dichtbij te bekijken, bijvoorbeeld met een fietstocht!