Je kan het waarschijnlijk moeilijk voorstellen, maar de bruisende wereldstad New York is ontstaan als een kleine Nederlandse handelspost. De Nederlanders zijn naar het eiland Manna-Hatta gekomen, om een bonthandel op te zetten. Voor een paar snuisterijen hebben zij uiteindelijk het eiland van de indianen overgekocht. Lees in deze blog meer over Manna-Hatta en hoe het uiteindelijk New York is geworden.
West Indische Compagnie
In 1609 voer de Engelsman Henry Hudson onder de vlag van de Nederlandse V.O.C. naar het gebied dat nu New York Bay heet. Hudson had namelijk de opdracht gekregen om een korte noordelijke route naar Azië te vinden. Op de zuidelijke route had de V.O.C. veel last van hun geduchte concurrenten – de Spanjaarden en de Portugezen. Hudson was in veronderstelling de korte noordelijke route naar Azië gevonden te hebben. Hij voer een rivier op, die later naar hem vernoemd zou worden. Helaas kwam hij er achter dat deze versmalde en ondiep werd. Dus geen kortere noordelijke route. Wat hij wel ontdekte is dat er veel bevers op deze plek leefden. Omdat beverhuiden in die tijd veel geld opleverden, hebben de Nederlanders besloten om een bonthandel in het gebied op te zetten.
Manna-Hatta wordt Nieuw Amsterdam
Om de bonthandel te beschermen werd in 1625 door de West-Indische Compagnie, in de monding van de Hudson rivier, een fort gebouwd. Dit was op het eiland Manna-Hatta (Manhattan). Met de bouw van dit fort was de nederzetting Nieuw-Amsterdam een feit. Er werden huisjes gebouwd en ontstonden enkel dorpjes, zoals Breukelen (het huidige Brooklyn) en Heemstede (het huidige Hempstead). Nieuw-Amsterdam en andere forten en nederzettingen in de buurt, werden Nieuw-Nederland genoemd.
In 1626 heeft de gouverneur van Nieuw-Nederland, Peter Minuit, het eiland Manna-Hatta van de Indianen gekocht. Hij heeft dit betaald met een aantal snuisterijen ter waarde van ongeveer 680 euro. Dit werd door de indianen geaccepteerd door een misverstand. De mensen van wie Minuit Manna-Hatta kocht, woonden niet op het eiland en dachten waarschijnlijk dat ze een aandeel in de jachtrechten verkochten.
De Engelse veroverde New York
De Engelse waren ook op het eiland aan het azen. Ze hadden namelijk heel goed door dat de Hudson rivier een belangrijke toegang bood tot het Amerikaanse binnenland. Aangezien Manna-Hatta aan de baai van de rivier lag, was het een belangrijke knooppunt voor de handel. De Engelsen smeedden om deze reden plannen om de Nederlandse kolonie te veroveren. In 1664 werd het plan in werking gesteld. Vier Engelse schepen met ongeveer 450 soldaten voeren de haven van Manhattan in en sloten deze af. Zij richtten hun kanonnen op Nieuw-Amsterdam en eiste de overgave van de stad. Peter Stuyvesant, de huidige directeur-generaal van Nieuw-Nederland, kon hier niet tegen op en gaf zich samen met zijn soldaten over. De Engelse gaven het gebied de naam – ‘New York’. Vernoemd naar de hertog van York, de latere Engelse koning James II.