Op 13 september 1952 verschijnt het eerste verhaal van Jip en Janneke in het Parool. De strip is geschreven door Annie M.G. Schmidt en de tekeningen zijn van de hand van Fiep Westendorp. Wekelijks werd er een aflevering gepubliceerd over de avonturen van de buurkinderen Jip en Janneke en hun hondje Takkie en poes Siepie.

De avonturen die Jip en Janneke beleefden waren gebaseerd op de avonturen die het zoontje Flip (van Annie M.G. Schmidt) en diens buurmeisje daadwerkelijk beleefden. Annie M.G. Schmidt werkte voor het Parool werken als documentaliste. In de krant publiceerde ze onder meer gedichten, columns, cabaretteksten en dus ook de eerste Jip en Janneke-verhalen. De verhaaltjes werden geïllustreerd door Fiep Westendorp.

De eerste boekjes

De eerste boekjes kwamen uit in 1953. Er werden tot 1960 zo’n acht boekjes uitgebracht. Maar er werden in der loop der jaren ook vertalingen voor diverse landen uitgebracht. Onder andere in het Duits (Heiner und Hanni en Julia und Alexander), Engels (Mick and Mandy, Bob and Jilly of Jim and Jennifer) en Spaans (Mila y Yaco).

Het laatste Jip en Janneke verhaal

Het laatste verhaal verscheen op 7 september 1957 in het Parool. Met het verschijnen van het laatste verhaaltje in 1957 was de geschiedenis van Jip en Janneke niet ten einde. In de jaren zeventig voorzag Fiep Westendorp voor het tijdschrift Bobo alle verhaaltjes van nieuwe tekeningen. Hoewel het hier kleurenillustraties betrof, bleven Jip en Janneke zelf zwart-witfiguurtjes, waardoor het oorspronkelijke karakter van de plaatjes gehandhaafd bleef.

Jip en Janneketaal

Vanwege de eenvoud van de taal in de boekjes hebben Jip en Janneke hun naam gegeven aan eenvoudig taalgebruik in het algemeen: jip-en-janneketaal is bij overheid en bedrijfsleven sinds de jaren negentig een symbool voor heldere, makkelijke taal. 

Jip en Janneke spelen samen

Dit was het eerste verhaaltje wat verscheen. Jip verveelt zich en ontmoet zijn nieuwe buurmeisje Janneke. Met haar gaat Jip velen avonturen beleven. Jip liep in de tuin en hij verveelde zich zo. Maar kijk, wat zag hij daar? Een klein gaatje in de heg. Wat zou er aan de andere kant van de heg zijn, dacht Jip. Een paleis? Een hek? Een ridder? Hij ging op de grond zitten en keek door het gaatje. En wat zag hij? Een klein neusje. En een klein mondje. En twee blauwe oogjes. Daar zat een meisje. Zij was net zo groot als Jip. ‘Hoe heet je?’ vroeg Jip. ‘Janneke,’ zei het meisje. ‘Ik woon hier.’

Annie M.G. Schmidt overleed op 21 mei 1995.