Op 4 oktober 2019 is het 350 jaar geleden dat grootmeester Rembrandt stierf. Reden voor het Fries Museum, het Mauritshuis, het Rembrandthuis en het Rijksmuseum om 2019 om te dopen in het jaar van Rembrandt. Niet alleen in de musea zal er veel aandacht aan besteed worden ook de kranten en televisie gaan aandacht besteden aan onze Rembrandt.

Wie was grootmeester Rembrandt?

Wie was Rembrandt eigenlijk. Rembrandt Harmenszoon van Rijn werd geboren op 15 juli 1606 of 1607 in Leiden.  Als het op één na jongste kind van Harmen Gerritsz van Rijn, molenaar, en Neeltgen Willemsdr. van Zuytbrouck, een welgestelde bakkersdochter. Het echtpaar kreeg in totaal tien kinderen, van wie er drie jong stierven. Voor zover bekend leerden Rembrandts vier broers een ambacht. Van Willem is bekend dat hij bakker was, Adriaen was schoenmaker. Liesbeth was een zuster. Zij zou later Rembrandt onterven, omdat ze vond dat hij zijn eigen Leidse familie erg had verwaarloosd. Rembrandt bezocht de Latijnse school en werd op bijna veertienjarige leeftijd door zijn ouders ingeschreven aan de Universiteit van Leiden. Waarschijnlijk bleef het daarbij, omdat Rembrandt te kennen gaf dat hij liever schilder wilde worden. Van 1619 tot 1622 was hij in de leer bij de Leidse historieschilder Jacob van Swanenburgh.

Van Leiden naar Amsterdam

Grootmeester Rembrandt verhuisde in 1631 naar Amsterdam, waar hij zich inkocht bij de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh. Rembrandt produceerde in een viertal jaren een nooit meer geëvenaard aantal portretten, waaronder dat van de toneelschrijver en dichter Jan Harmensz. Krul, predikant en prozaschrijver Johannes Wtenbogaert en van Nicolaes Ruts, een importeur van Russisch bont.

In 1634 trouwde Rembrandt met zijn volle nicht Saskia van Uylenburch. In dat zelfde jaar werd hij ook toegelaten tot het schildergilde.

Het echtpaar woonde vanaf 1 mei 1635 naast Willem Boreel, de pensionaris van Amsterdam, in een voornaam huis aan de Nieuwe Doelenstraat voor 600 gulden huur per jaar. Twee jaar later, 1 mei 1637, verhuisden ze naar de Binnen-Amstel, waar een banketbakkerij was, genaamd De Suijkerbackerij. Hier staat nu de Stopera. Op 7 oktober 1637 was Rembrandt op een veiling in opdracht van Jan Jansz. den Uyl – naar het zich laat aanzien om de prijs van een bepaald schilderij op te drijven. Zeker is dat Rembrandt de volgende dag een schilderij kocht van Rubens, dat eerder van Jan Jansz. den Uyl was.

Ups en Downs

Grootmeester Rembrandt en zijn vrouw kampten met verschillende tegenslagen. Driemaal moest vlak na de geboorte een kind worden begraven, maar in 1641 kregen ze een zoon die ze Titus noemden, naar Saskia’s zuster Titia. Nadat Saskia op 14 juni 1642 stierf, nam hij de weduwe Geertje Dircx uit Ransdorp als verzorgster in dienst. Van het een kwam het ander, en het stel ging met ruzie en juridische processen uit elkaar; Geertje daagde Rembrandt voor de Huwelijkskrakeelkamer, waar onder andere Jacob F. Hinlopen hun zaak behandelde. Met hulp van haar broer en haar nieuwe buren kreeg Rembrandt het voor elkaar om Geertje een aantal jaren in een spinhuis in Gouda te laten opsluiten. Rembrandt betaalde voor de reiskosten en was verplicht tot alimentatie. Het ging hem blijkbaar niet in de koude kleren zitten, want hij produceerde in 1649 geen (gedateerde) schilderijen en etsen.

Rembrandts werken

Rembrandt vervaardigde in totaal ongeveer driehonderd schilderijen, driehonderd etsen en tweeduizend tekeningen. Zijn werk behoort tot de barok en is zichtbaar beïnvloed door een Italiaanse stroming, alhoewel hij nooit in Italië is geweest. Zijn opmerkelijke beheersing van het spel met licht en donker, waarbij hij vaak scherpe contrasten gebruikte om zo de toeschouwer de voorstelling binnen te voeren, leidde tot levendige scènes vol dramatiek.

Grootmeester Rembrandt beschouwde zichzelf vooral als een historie- en portretschilder. Hij was een zelfverzekerde man en vervaardigde in alle levensfasen, maar vooral na 1660, door iedereen bewonderde zelfportretten. De honderd geschilderde en twintig geëtste zelfportretten geven een opmerkelijk scherp beeld van zijn uiterlijk en een vermoeden van zijn gevoelens. Hij beeldde zichzelf af als de apostel Paulus en zette zichzelf in zijn zelfportret uit 1658 neer als een koning uit het Oosten. Behalve zijn vrouw Saskia van Uylenburgh en zijn zoon Titus van Rijn is ook zijn huishoudster/vriendin Hendrickje Stoffels in zijn schilderijen aanwezig. Zij hebben gefungeerd als model voor Bijbelse, mythologische of historische figuren.

Het jaar van de grootmeester Rembrandt

In de tentoonstelling zullen al zijn werken te zien zijn.

Wilt u ook een bezoek brengen aan de tentoonstelling in het Rijksmuseum? Dan gaat u kennis maken met al zijn werken en meer dan ooit te weten komen over de grootmeester Rembrandt.