Het beroep van scharensliep (of scharenslijper) is tegenwoordig geheel verdwenen. Vroeger gingen zij langs de deur om scharen en messen te slijpen. Door de komst van onderhoudsarm gereedschap en het gemak waarmee men tegenwoordig nieuwe spullen koopt om de oude te vervangen, is de scharensliep overbodig geworden.
De scharensliep
De scharensliep heeft honderden jaren bestaan. Met een handkar of bakfiets met gereedschap gingen zij langs de deuren om scharen en messen te slijpen. Op de kar zat een wiel die met een pedaal kon worden aangedreven. Dit wiel zorgde dat de slijpstenen of slijpbanden draaiden en de messen en scharen geslepen konden worden. Naast messen en scharen brachten de mensen ook koffiemolens, scheermessen en schaatsen langs om deze te laten slijpen.
Rondtrekkend beroep
Het beroep van scharensliep was een rondtrekkend beroep. Wanneer in een dorp of gebied de botte messen en scharen weer waren geslepen, ging hij verder naar het volgende dorp of gebied. Daarom werd het vaak uitgevoerd door zigeuners en woonwagenbewoners. Vaak volgden zij een vaste route in hun eigen gebied, zodat men elkaar onderling niet dwars zat. Door het volgen van vaste routes zorgde ervoor dat ze het hele jaar door werk hadden.
Onderhoudsarm en wegwerpgemak
Na de Tweede wereldoorlog kwam het consumentengemak en de wegwerpcultuur op gang. Mensen kochten steeds makkelijker iets nieuws als het oude niet meer goed werkte. Het repareren van apparaten werd steeds minder populair. Daarnaast werden scharen en messen steeds meer van onderhoudsarm roestvrij staal gemaakt en werd de scharensliep helemaal overbodig. Door massaproductie waren nieuwe producten zo goedkoop geworden dat repareren inmiddels te duur was geworden.
Enkele scharensliepen hebben het nog tot de 80-er jaren volgehouden, maar inmiddels is het beroep van scharensliep bijna helemaal verdwenen. Voor meer beroepen die zijn verdwenen, lees ook onze andere blogs.