De zeventiende eeuw was een tijd van ontdekking. Men voer de wereld rond en was geïnteresseerd hoe de wereld eruit zag. Er was nog geen internet en GPS, maar via mooie kaarten en atlassen konden mensen toch de wereld ontdekken. De Nederlander Willem Blaeu maakte de beste en nauwkeurigste kaarten.
Willem Janszoon Blaeu
Willem Blaeu had in Denemarken het vak geleerd en toen hij terugkwam in Nederland was hij zijn eigen bedrijf begonnen in Amsterdam. Een uitgeverij van land- en zeekaarten, globes en atlassen. Het was de Gouden Eeuw en dankzij de Verenigde Oostindische Compagnie was Nederland het middelpunt van de cartografie. De VOC had handelsroutes over de hele wereld en er was een grote vraag naar goede en duidelijke kaarten.
Atlassen als kunstwerk
In de atlassen van die tijd stonden niet alleen kaarten. Het waren kunstwerken met kleine tekeningen in de bladranden, bijvoorbeeld van hoe de bevolking eruit zag. Deze tekeningen waren niet altijd correct, maar waren bedacht door de makers van de kaarten.
De Atlas Maior
De concurrentie was groot en men wilde elkaar steeds overtreffen met mooiere en grotere kaarten. Het levenswerk van de familie Blaeu was de Novus Atlas met hierin 159 kaarten. Na de uitgave werd deze uitgebreid en werd het meesterwerk onder de naam Atlas Maior Atlas Maior gemaakt. Deze uitbreiding bevatte meer dan 600 kaarten en bestond uit 9 tot 12 delen. De Atlas Maior was oorspronkelijk uitgegeven in het Latijn, maar later zijn er ook Nederlandse en Franse versies gemaakt.
De atlassen werden gedrukt in de eigen drukkerij van Willem Blaeu aan de Bloemengracht in Amsterdam. De gewone versie was 350 gulden en de gekleurde versie werd verkocht voor 450 gulden en was hierdoor het duurste boek uit de zeventiende eeuw!
De atlas is ook gebruikt als onderdeel van de Atlas Blaeu – Van der Hem en is opgenomen in de werelderfgoedlijst voor documenten.