De zomervakantie staat voor de deur, de laatste lootjes voor de leerlingen en leraren! Graag kijken wij even met u terug over hoe het onderwijs is ontstaan, alvorens de de scholen de deuren sluiten.

Het onderwijs 8e – 12e eeuw

De geschiedenis van het Nederlandse onderwijs begon in de 8e eeuw toen de Frankische vorst Karel de Grote een wet uitvaardigde, waarin bepaald werd dat alle Frankische jongens moesten kunnen lezen, schrijven, zingen en bidden. In die periode ontstonden steeds meer kloosterscholen, gesticht door missionarissen uit Engeland, waaronder Willibrord en Bonifatius. Van uitgebreid onderwijs was nog geen sprake. In de 12e eeuw werd bepaald dat elke parochie een schoolmeester moest aanstellen. De door de parochie aangestelde schoolmeester was meestal de koster, die de jongens wat leerde lezen en schrijven. De schoolmeester was zeer streng en lijfstraffen waren toen heel ‘gewoon’.

Het onderwijs vanaf de 15e eeuw

De parochiescholen steeds vaker overgenomen door de steden, die eigen scholen stichtten. In die periode gingen ook steeds meer meisjes naar school. De leerlingen kwamen vooral uit de stedelijke burgerij. Verder kregen kinderen van rijke en adelijke families dikwijls thuisonderwijs van gouvernantes. Kinderen die tot een lagere klasse behoorden of op het platteland woonden, gingen toen nauwelijks naar school. Zij moesten hard werken; thuis, op het land of de boerderij, en voor school was geen geld. Kinderarbeid was toen heel ‘gewoon’ en gebruikelijk.

Schrijven toen en nu in het onderwijs

In de Middeleeuwen schreven ze met een ganzenveer en inkt. Dit was een nauwkeurig werkje, je moest goed kunnen lezen en spellen. Aan het begin van de 19e eeuw werd de ganzenveer vervangen door de kroontjespen. Daardoor werd het schrijven veel eenvoudiger. Schrijfles was voortaan een vast onderdeel van het Nederlandse onderwijs. Nog later werd de kroontjespen vervangen door een vulpen, potlood of balpen. Tegenwoordig wordt het schrijven steeds minder vanwege het gebruik van de computer en tablet. Kinderen in deze tijd schrijven nauwelijks nog!

De onderwijswet van 1806

Adriaan van den Ende een Johannes van der Palm maakten dezen wet en de belangrijkste punten uit deze wet zijn:

  • Leraren werden verplicht vanaf 1806 klassikaal les te gaan geven, hierbij werd de oude manier van lesgeven verboden (het zogenaamde hoofdelijk onderwijs).
  • Het onderwijs had de bedoeling zowel de maatschappelijke als de christelijke deugden te onderwijzen.
  • Vanaf 1806 moesten onderwijzers bevoegd zijn tot onderwijzen. Daarbij moesten zij examens afleggen waarin zij bewezen dat ze inderdaad bevoegd waren.
  • Landelijke inspectie hield toezicht of de nieuwe schoolregels werden nageleefd.
  • Ouders werden verplicht schoolgeld te betalen. Wel werd er nog steeds onderscheid gemaakt tussen openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs.

Later werd deze wet weer aangepast naar de normen van toen en uiteraard weer later naar de huidige normen van nu. Er is nog veel meer te vertellen over het onderwijs, we zullen hier in een later blog na de zomervakantie op terug komen.

Fijne vakantie allemaal!