De Amsterdamse grachtengordel bestaat al sinds eind 16e eeuw. Een tijd waarin de stad floreerde door de uitstekende handelsgeest van de toenmalige bewoners. Niet alleen de handel bleef groeien, ook de stad moest meegroeien. Dat gebeurde onder de noemer ‘Uitleg’, die in vier fases van ‘Uitleggen’ plaats vond. Deze ingrijpende stadsuitbreiding resulteerde in wat we nu kennen als de Amsterdamse grachtengordel. De bevolking nam zodanig in aantal toe – deze verachtvoudigde zich namelijk – dat er veel bijgebouwd moest worden. Samen met de toeloop van mensen van buitenaf én de toename van industrie moet men wel uitbreiden. Dit resulteerde in 14 kilometer gracht met ruim 80 bruggen.
Daarmee werd Amsterdam in de loop van de 17e eeuw zo ongeveer het centrum van Europa. Het inwonersaantal groeide tot meer dan 200.000 mensen. De stad met z’n fraaie cirkelvorm, vanzelfsprekend vooral vanuit de lucht goed te bewonderen, groeide en groeide maar door… In deze reeks van ontwikkelingen werd Amsterdam een rijke en zeer bekende handelsstad. Kooplieden vanuit de hele wereld bezochten Amsterdam.
De Amsterdamse grachtengordel: rangen en standen
De stadsuitbreidingen werden in verschillende etappes uitgevoerd in een tijdsbestek van een aantal jaren. Dit had het stadsbestuur in 1613 besloten. Zo zou het aantal grachten uitgebreid worden met drie stuks, alsmede de Westelijke eilanden en de Jordaan. Men had het voornemen om duidelijk onderscheid te maken tussen woon- en werkgedeeltes en zelfs industriële gebieden.
Zo kwamen er nieuwe grachten onder de namen Prinsengracht, Keizersgracht en Herengracht. In de volksmond ontstond het ezelsbruggetje om de volgorde van de grachtnamen te onthouden: Piet Koopt Hoge Schoenen.
Deze grachten waren specifiek bedoeld voor de meer welgestelden van de stad. Hier woonden de bestuurders en raadsleden, maar ook bankiers, kooplieden en ‘gewoon’ rijke mensen.
Herverdeling
Het in- en verdelen van de kavels was daarbij speciaal gericht op het bouwen van grote (heren)huizen en grachtenpanden. Deze indeling van zaken zou zo’n vijftig jaar later weer geheel op de schop gaan. Toen besloot men dat vooral de industrie, maar ook andersoortige bedrijven van de grachten moesten verdwijnen. Deze categorie ‘bewoners’ werden gevoeglijk ‘verdreven’ naar een veel minder aantrekkelijke kant van de stad.
Om ervoor te zorgen dat de onderklasse zich niet meer kon vestigen in de ringen van de rijken werden de prijzen en groottes van de kavels grondig aangepast. Zoals de Amsterdamse grachtengordel er tegenwoordig uitziet, is het nog steeds een goede afspiegeling van de oorspronkelijke bouwstijl en de uiteindelijk toch sterk gevarieerde bouwvarianten.
Voorts zijn er veel huizen in de loop der jaren afgebroken waarna ze in andere vormen herbouwd zijn. Eerst waren de woningen vooral smal en hoog, daarna werden ze vaak breder, in de hand gewerkt doordat in de 17e eeuw ook twee kavels naast elkaar werden gekocht.
Verdere uitbreiding en verbetering
In 1660 begon men met het verder uitbreiden van de grachtengordel tot voorbij de Amstel. Het prestigieuze karakter van de elite-grachten werd naar het volgende niveau getild. Mede door de aanleg van de zogenaamde ‘Gouden Bocht’. Deze kwam te liggen tussen de Vijzelstraat en de Herengracht. Doordat deze uitbreiding gestalte kreeg, veranderde de stadsvorm, althans van bovenaf gezien, in een halve maan. Dit fraaie gedeelte van de stad is door de eeuwen heen een grote inspiratiebron geweest voor kunstenaars.
In 1672 stagneerde de groei van de economie en die van de bevolking. Gevolg hiervan was dat er grond overbleef waar de stad niet direct een bestemming voor had. Men richtte het voor zover nodig in als tuingebied en verhuurde dit aan ingezetenen. Hieraan ontleent de Hortus Botanicus z’n oorsprong, want deze kreeg een belangrijk gedeelte van het ‘tuingebied’ toegewezen. Uiteindelijk duurde het ongeveer twee eeuwen voordat verdere uitbreiding van de stad nodig bleek door natuurlijke bevolkingsaanwas. De Amsterdamse grachtengordel behoort inmiddels tot het Werelderfgoed.